De Rotterdamse haven is nog altijd de plek waar goederen van over de hele wereld binnen worden gehaald en doorgevoerd de rest van West-Europa. Maar veel te veel containers gaan leeg weer terug.
Bulk binnen sleuren en doorvoeren naar de rest van Europa. Daar is Nederland goed in. Ook wat we zelf maken, dat verkopen we vooral aan onze buurlanden. Dat is niet heel handig, stelt ING in een nieuw rapport genaamd “Nederland handelsland, Wat Nederland kan leren van buurlanden”, want de groei ligt op de langere termijn buiten Europa.
Onze buurlanden doen het beter, concluderen de economen van ING. Veel bulkgoederen worden weliswaar via Rotterdam naar België, Duitsland en verder vervoerd, de exporteurs in die landen voeren hun producten bij voorkeur uit via hun ‘eigen havens’. De Nederlandse export sector is te eenzijdig, het is eenrichtingsverkeer.
Op termijn is die situatie ongunstig voor Nederland en Rotterdam in het bijzonder. Mede vanwege de vergrijzing zal de economie in Europa minder hard groeien. De groeikansen liggen juist buiten Europa, in Azië en Zuid-Amerika.
Nederland zou daarom als transportland de focus moeten verleggen. In plaats van ons land enkel te verkopen als ‘Gateway to Europe’ buiten Europa, zou met name Rotterdam zich in Europa moeten verkopen als ‘Gateway to the World’, stellen de economen van ING.
Eigen export ook te veel op Europa
Waarom doen België en Duitsland het beter wat betreft de export buiten Europa? Het komt ook doordat de industrie in die landen sneller de focus heeft verlegd en is gaan produceren voor markten buiten het oude continent. Het is niet dat Nederlandse bedrijven stilzitten, maar in de buurlanden groeit de handel overzee, harder (zie grafiek hieronder).
Volgens de opstellers van het rapport, zouden veel Nederlandse exporteurs moeten kijken naar de agrarische sector, die al langer een veel bredere markt bediend dan enkel alleen West-Europa.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl